baggeren

Baggeren aan de Buiksloterdijk

Al tientallen jaren liggen de woonboten aan de Buiksloterdijk in de woonschepenhaven scheef. En dat wordt steeds erger. Jaren geleden zou er wat aan gedaan worden, maar dat is plotseling gestopt. Nooit meer wat van gehoord. Behalve dan dat bootbewoners steeds van het kastje naar de muur werden gestuurd.

Met de zuiging door scheepvaart op het Binnen IJ wordt slib naar de kanten gespoeld. De beschoeiing aan de wallekant is verdwenen, als die er al ooit was, waardoor de grond wegloopt, het water in. Met snel wisselende waterstand, vooral bij doorkomen van de Amerikaanse cruiseschepen, stoten de arken op de grond. Dan bestaat het gevaar dat de betonnen bak van zo’n ark kan scheuren.

Zowel de betrokken bootbewoners als WBK hebben al langer aan de bel getrokken. In het afgelopen jaar is hierover een regelmatig overleg gestart op het stadsdeel. Dagelijks bestuurster Saskia Groenewoud heeft al gesteld dat er sprake is van een noodsituatie voor deze woonboten. Inmiddels heeft het stadsdeel al een onderzoek laten uitvoeren wat hier precies moet gebeuren.

Op zich verhelpt baggeren alleen natuurlijk niet veel aan de huidige situatie. Er moet eerst een oeverbeschoeiing worden aangebracht om te voorkomen dat de wallekant verder uitspoelt, en de woonboten binnen de kortste keren weer even scheef zullen vallen. Bovendien moet de hele oever naast alle 6 woonboten gedaan worden, anders ben je met niets bezig. In januari overlegt het stadsdeel met Rijkswaterstaat RWS, Waternet en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier HHNK over hoe de uitvoering er uit gaat zien.

RWS is op dit water verantwoordelijk voor de waterkwaliteit.
Waternet is er als uitvoerder van de gemeente Amsterdam bij betrokken.
HHNK maakt aanspraak op de aangeplempte grond naar de dijk toe.

Als het zover is, wordt uiteraard van de bootbewoners op de nummers 401 tot en met 411 verwacht tijdelijk ruimte te maken opdat de oeverbeschoeiing aangebracht kan worden. Zodra die beschoeiing er staat, kan daarna gebaggerd worden.