Bericht van Durgerdam en Schellingwoude

Vanaf herfst 2009 worden eigenaars van schepen uit de telling 2002 waarvoor geen ligplaatsvergunning is afgegeven aangeschreven hun schip te verwijderen. Voor meer  dan twintig schepen die in principe wel in aanmerking komen voor een vergunning is nog steeds niets aangevraagd, òf de aangeleverde gegevens zijn niet volledig, òf de leges is niet betaald.

Het is nog maar een paar weken mogelijk een vergunning aan te vragen of ontbrekende gegevens aan te vullen. Heeft BBA nog niets toegestuurd, bel dan 020-5503630 en vraag naar Marianne Wortelboer, of schrijf naar BBA, pb. 14742, 1001 LE Amsterdam.

legalisering
Na vijf jaren bakkeleien tussen bewoners en stadsdeel heeft de deelraad er op 19 december 2007 mee ingestemd om de tot dan toe als illegaal bestempelde bewoonde woonschepen op het Buiten IJ alsnog te legaliseren. Dit in overeenstemming met het beleid dat de gemeente al ruim twintig jaar geleden voerde, voordat onze schepen in 1997 binnen het stadsdeel Noord kwamen te liggen.

Na het overleggen van enkele gegevens verstrekt het stadsdeel Noord sinds 2008 permanent geldige ligplaatsvergunningen voor bewoonde woonschepen als er èn een ontheffing door Rijkswaterstaat is verleend èn een ligplaatshuur overeenkomst met Domeinen bestaat. Om voor de legalisering in aanmerking te komen moet een woonschip -of de vervanging daarvan- onder andere daadwerkelijk bewoond worden door de eigenaar en dat ook al zijn geweest in mei 2002. Dat moet  je dus aannemelijk maken. Evenals het eigendomsrecht.

Bij de vergunningverlening is bovendien de Welstandsnota van het stadsdeel van kracht, zoals aangenomen op 25 juni 2009. Dit als onderdeel van de bestemmingsplannen waar de oevers van het Buiten IJ in vallen. Voor de nu te legaliseren schepen betekent het dat extreem achterstallig onderhoud of uit de hand gelopen opslag aan dek genoeg reden is om de vergunning op dit moment te weigeren.

In opdracht van het stadsdeel voert Binnenwaterbeheer Amsterdam (BBA) de vergunningverstrekking op het Buiten IJ uit. De leges zijn eenmalig € 212,-. Ook voor schepen langer dan 12 meter die niet als woon- of beroepsschip worden aangehouden, is een vergunning nodig om op het Buiten IJ te mogen blijven liggen, maar de woonschepen hebben bij ligplaatsgebrek na de beroepsvaart uitdrukkelijk prioriteit. Als Rijkswaterstaat haar claim volhoudt en meer ruimte voor de binnenvaart op de steigers 3 en 4 wil hebben, moeten recreatie schepen langer dan 12 meter dus wijken.

bevoegdheden
Voor alle duidelijkheid nog eens een overzicht van bevoegdheden van de verschillende overheden op het Buiten IJ en wat dat in de  praktijk betekent.

Het water is van het Rijk, niet van de Gemeente. De stadsdeelambtenaren hebben zich daar destijds in 2003 jammerlijk in vergist. Hierom kon het stadsdeel haar juridisch toch al gammele voornemen met aanlegovereenkomsten vergeten. Het stadsdeel mag op het Buiten IJ om dezelfde reden ook geen liggeld of precario heffen.
Maar als uitvoerder van de gemeentelijke Verordening voor haven en binnenwateren heeft het stadsdeel Noord wèl het recht liplaatsbeleid te voeren door ligplaatsvergunningen te eisen voor de woonschepen op het Buiten IJ. Het beleid is met de welstandsnota vastgelegd in de bestemmingsplannen.

Rijkswaterstaat heeft als beheerder van het water in 2003 ontheffingen verleend van het ligplaatsverbod BPR art 9.03 aan schepen op het Buiten IJ die geïnventariseerd werden in mei 2002 en zal het aantal ontheffingen niet uitbreiden. Omdat het Buiten IJ deel is van de hoofdvaarweg tussen de havens van Rotterdam en Amsterdam en Noord- en Oost- Nederland is Rijkswaterstaat ook niet van plan het water over te dragen aan andere overheden.
Domeinen heeft vervolgens als vertegenwoordiger van het Rijk -de eigenaar van het water- contracten voor ligplaatshuur afgesloten op grond van de verleende ontheffingen. De naam ‘Domeinen West’ is onlangs veranderd in ‘Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf,  directie vastgoed, regionale directie West’ in Den Haag.

De gemeente heeft zich jaren geleden het recht  toegekend om roerende ruimtebelasting te heffen op woonschepen. Die belasting wordt geïnd door de Dienst Belastingen van de gemeente Amsterdam op grond van de verkoopprijs van woonboten die volgens de dienst gelijk zijn te stellen. Een slag in de lucht dus en daarom makkelijk met een bezwaarschrift omlaag te brengen als maar aangetoond wordt dat er aanmerkelijke verschillen zijn.

Op het  Buiten IJ zijn we geen ingezetene van welk hoogheemraadschap dan ook. Geen Amstel, Gooi en Vechtstreek -met als uitvoerder Waternet- of Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier. Het laatste  hoogheemraadschap heeft in het verleden wel een vergunning geëist voor schepen die met de  neus in de wal tegen de dijk liggen. Vooral op de eerste 10 tot 15 meter uit de voet van de dijk is men erg zuinig. Een heffing op grond van de Wet vervuiling oppervlaktewater (WVO) kan op het Buiten IJ alleen opgelegd worden door Rijkswaterstaat en wordt dan geïnd door Rijksbelastingen Apeldoorn.

handhaving
Niet betalen van de ligplaatshuur -of het niet afsluiten van het contract- bestraft Domeinen met 12% rente en alsnog inning van de schuld door een deurwaarder.
Handhaving van het ligplaatsbeleid op het Buiten IJ laat Rijkswaterstaat over aan het Stadsdeel Noord.

In het verleden stelde dat handhaven van het stadsdeel afgezien van incidenteel ambtelijk machtsvertoon weinig voor omdat het beleid warrig was en slecht werd uitgevoerd ook. Daardoor was de willekeur groot. Zoals de uitglijer aanlegovereenkomsten af te dwingen. Veel bewoners gingen er daarom vanuit dat het in veel gevallen wel zou overwaaien.
Nu ligt dit allemaal anders. Er is een duidelijk omschreven beleid aangenomen speciaal voor het Buiten IJ, dat ook uitgevoerd wordt. Vanaf de herfst gaat gehandhaafd worden. Deze keer is het menens.
Een groot aantal schepen is al vergund. Een paar aanvragen zijn afgewezen, zoals voor de plezierboot van de voorzitter van de centrale dorpenraad die was aangemeld als woonboot, terwijl de eigenaar niet eens in Noord woont.