Raadadres

Aan de dhr. R. Post,
voorzitter van het
Stadsdeel Amsterdam-Noord
Postbus 37608
1030 BB Amsterdam

Aan de leden van de Stadsdeelraad
van het Stadsdeel Amsterdam-Noord.
Postbus 37608
1030 BB Amsterdam

Amsterdam, 2 juni 2005

RAADSADRES

Geachte leden van de Raad,

Het Dagelijks Bestuur (DB) heeft op 10 mei 2005 een besluit genomen over een nieuw inrichtingsplan voor woonschepen in het Buiten IJ ter voorbereiding van nieuwe bestemmingsplannen Schellingwoude en Waterland. In het plan zijn 110 ligplaatsen beschikbaar gesteld.

Het DB besluit heeft tot gevolg dat 44 schepen (met hun gezinnen) op het Buiten IJ als illegaal worden bestempeld, omdat geweigerd wordt de meest recente telling van ligplaatsen in het betreffende gebied, in 2002 door Rijkswaterstaat, aan te houden. De norm voor het hanteren van legaliteit is een telling uit de Nota oonschepenbeleid van 1991, die een beperkter gebied betreft dan het onderhavige inrichtingsplan en daarom ten onrechte een deel van de al 40 jaar bestaande ligplaatsen uitsluit.

Zo wordt ook voorbij gegaan aan het feit dat driekwart van de schepen in het Buiten IJ in 1997  officieel zijn toegevoegd aan het gebied waar het bestemmingsplan betrekking op heeft.  Doordat het DB weigert de grenscorrectie/gebiedsuitbreiding van 1997 mee te nemen als bijlage bij de nota Woonschepenbeleid 1991 en ook de telling in 2002 van Rijkswater categorisch genegeerd wordt, worden deze boten tot illegaal bestempeld en worden als proefkonijn gebruikt voor een nieuwe aanlegovereenkomst die bepaalt dat zij of een legale status moeten kopen ofwel moeten verdwijnen. De vraag is waarom het DB vasthoudt aan een telling van 1991. Er zijn immers meer adequate tellingen van recenter datum die de bestaande situatie meer recht doen.

Degenen die volgens de verouderde telling van 1991 niet tot het legale bestand behoren, maar wel op de locatie verblijven ( in het gebied tussen de Oranjesluizen en het Blauwe Hoofd) in de inventarisatie van Rijkswaterstaat van 2002, krijgen een begunstigingstermijn van 1,5 jaar waarna zij in het nieuwe inrichtingsplan tegen betaling een legale ligplaats kunnen verwerven!!  Conclusie: de lijst van 2002 wordt niet gebruikt om de bestaande situatie te bestendigen, maar om bewoners financieel het mes op de keel te zetten. Door deze schepen  de status “nieuw” te geven en daar steigers voor te bouwen (ze moeten volgens de plannen verplaatst worden) moeten zij zich namelijk gaan inkopen via een aanlegovereenkomst van minimaal € 85.000 tot € 110.000. Daarnaast moet er vervolgens liggeld aan de Domeinen (Rijkswater – € 5.02 m2) worden betaald en € 50,– voor de steiger per jaar. De bootbewoners worden op deze manier gedwongen een verworven woonrecht opnieuw te kopen. Wij vinden deze gang van zaken ethisch en financieel onaanvaardbaar, gezien de opgebouwde woonrechten in de afgelopen 40 jaar en gezien het feit dat zij legaliteit zouden moeten kopen (aanlegovereenkomst) en toch huurder (liggeld en steigergeld) zouden blijven.

Voor uw informatie wijzen wij er verder op dat de aanlegovereenkomst door de Centrale Stad is aangenomen, maar dat die alleen geldt voor nieuwe ligplaatsen in het gebied IJburg, waar de Stad bevoegd is. De aanlegovereenkomst is niet aan de orde bij verplaatsing van legale ligplaatsen in Amsterdam-Noord en de stadsdeelraad Amsterdam –Noord heeft over deze aanlegovereenkomst ook geen besluit genomen. Het getuigt van onzorgvuldig handelen dat het stadsdeel Amsterdam-Noord de aanlegovereenkomst van de centrale Stad overneemt, zonder dat daarover een Besluit is genomen en deze op een slinkse manier zonder enige vorm van inspraak invoert.

Op grond van voorgaande argumenten dringen we er dan ook met klem bij u op aan om de telling uit 2002 van Rijkswaterstaat over te nemen en de 44 schepen alsnog een legale status te geven. Rijkswaterstaat heeft deze bewoners immers officieel ontheffing verleend van een verbod om aan te meren.

Omdat wij de Scheepsbewoners op het Buiten IJ die zich inzetten voor behoud van hun ligplaatsen, al geruime tijd volgen, willen wij hen uitdrukkelijk ondersteunen in dit streven.

Wij menen dat de  afspraken die op 20 april 2005 met de wethouders B. Plantinga en K. Diepeveen, en vertegenwoordigers namens de dorpsraad Schellingwoude en Durgerdam en scheepsbewoners Buiten IJ zijn gemaakt nagekomen dienen te worden.
Namens het stadsdeel is toegezegd dat:
a.    de handhaving zoals die sinds 2004 is uitgevoerd met lastgeving tot vertrek van woonschepen op het Buiten IJ, zal worden ingetrokken. De betrokken eigenaren van de schepen zullen door het stadsdeel daarvan in kennis worden gesteld.
b.    er alsnog door het stadsdeel een notitie worden gemaakt waarin wordt voorgesteld de grenscorrectie van 1997 te verwerken in de nota woonschepenbeleid van 1991. Daarbij staat uitdrukkelijk vast dat deze grenscorrectie niet genegeerd kan worden.
c.    het stadsdeel- andere dan financiële- voorstellen zal ontwikkelen over de status. De procedure, de randvoorwaarden en structuur van toekomstig besprekingen tussen een door de scheepsbewoners op het Buiten IJ aan te wijzen vertegenwoordiging en het stadsdeel uit te werken.

Wij verzoeken u als Raad om legalisering van alle bewoonde schepen die in 2002 door Rijkswaterstaat zijn geteld en deze schepen op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan en om samen met de betrokken bewoners en stadsdeel tot een constructief overleg te komen.

Hoogachtend,

Namens het WBK,
G. van Zelst, bestuurslid