Rioolbezwaar 2011 als u intrekkingsbesluit NIET meer heeft

Gemeente Amsterdam
Dienst Belastingen
Postbus 23475
1100 DP Amsterdam

Amsterdam, …….2011

BEZWAARSCHRIFT

Betreft: RIOE – rioolheffing 2011, Gecombineerd aanslagbiljet 2011
Biljetnummer:P.
Belastingjaar: 2011
Dagtekening:
Aanslagnummer:

Geachte heer/mevrouw,

Hierbij maak ik bezwaar tegen bovengenoemde aanslag. Ik ben namelijk van mening dat de gemeente niet gerechtigd is om mij deze aanslag op te leggen.

De belastingdienst heeft in het verleden de aanslag rioolrecht in andere bezwaarprocedures al gehonoreerd en ambtshalve ingetrokken, daarmee is de uitspraak onherroepelijk. Ik mag er vanuit gaan dat de belastingdienst destijds een zorgvuldige afweging heeft gemaakt.

In de Verordening rioolheffing 2008 (inwerkingtreding 1-1-2011) wordt in artikel. 2 aangegeven dat onder de noemer rioolheffing door de gemeente een directe belasting wordt geheven ter bestrijding van de kosten voor de inzameling en transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede voor de zuivering van huishoudelijk afvalwater. De heffing is mede gebaseerd op de kosten die door de gemeente gemaakt zouden worden voor spuien, baggeren en ander beheer. De gemeente Amsterdam maakt echter geen kosten voor spuien, baggeren en ander beheer in Zijkanaal I. De lozing vindt namelijk plaats op het oppervlaktewater dat in beheer is bij het Rijk (zorg voor waterkwaliteit) en waarvoor door mij als woonbooteigenaar in Zijkanaal I aan het Rijk al een heffing wordt betaald. Het spuien wordt door het Hoogheemraadschap Noorderkwartier uitgevoerd (zorg voor waterkwantiteit) en er is in Zijkanaal I al ruim 40 jaar niet gebaggerd of ander beheer uitgevoerd door de gemeente Amsterdam. Wanneer de beheerstaken, genoemd in de verordening, wegvallen, is er geen geldige rechtsgrond voor belastingheffing. Omdat er dus geen beheerskosten door de gemeente worden gemaakt, is deze heffing onterecht en onrechtmatig.

Hoewel de Verordening rioolrecht(heffing) in essentie niet veranderd is en aanslagen eerder zijn ingetrokken, meent de belastinginspecteur dat ik in 2011 ineens toch weer rioolheffing moet gaan betalen, nu omdat het Zijkanaal I eigendom van de gemeente) zou zijn. Het NBW boek 5, artikel 27 geeft daarentegen aan dat water geen vorm van eigendom kan zijn, maar alleen de grond onder openbaar water. De belastinginspecteur bevestigt dat slechts de grond onder het water van Zijkanaal I eigendom van de gemeente is en niet het water zelf, maar vindt toch dat het water als bezit van de gemeente gezien moet worden omdat dit als afvoermedium wordt gebruikt en daaraan kosten voor de eigenaar/beheerder van het water zijn verbonden.

Als water geen vorm van eigendom kan zijn en het water niet beheerd wordt door de gemeente Amsterdam, is de gemeente mijns inziens niet gerechtigd om te heffen.

Tenslotte: Woonboten in Zijkanaal I, die aangesloten zijn op het riool betalen hiervoor aan de gemeente rioolheffing. Woonboten die niet zijn aangesloten op het riool, betalen al aan het Rijk voor oppervlakteverontreiniging, maar zouden nu ook nog een keer rioolheffing aan de Gemeente betalen. Daarmee is er sprake van een dubbele heffing. Ook dit dunkt mij onrechtmatig.

Op grond van alle voorgaande argumenten vind ik het dan ook onterecht dat de gemeente een rioolheffing heft. Er is mijns inziens geen rechtsgrond om de rioolheffing in de aanslag te betrekken.

Tevens verzoek ik u de invordering stil te leggen van het bestreden bedrag tot de definitieve uitspraak over mijn bezwaar.

Hoogachtend,

Naam:
Adres:
Postcode:

Bijlagen: 1. kopie aanslagbiljet