Op 21 juli jl. heeft het WBK de conclusie ontvangen van de Gemeentelijke Ombudsman over de gedragingen van het Stadsdeel Amsterdam-Noord m.b.t het moeten aanvragen van een ligplaatsvergunning door bootbewoners die op een aangewezen ligplaats liggen genoemd in art. 31 van de Woonschepen Wet . Over juridische aspecten geeft de ombudsman geen oordeel, dat is aan de rechter. De conclusie van de ombudsman is dat de onderzochte gedraging van het stadsdeel naar de betrokken bewoners onzorgvuldig is geweest. Het stadsdeel dient zich actief in te zetten om de bewoners de officiële vergunning te bezorgen, want de geschiedenis laat zien dat de bewoners niet als willekeurige aanvragers beschouwd kunnen worden. Het stadsdeel zal geen kosten voor de ambtelijke handelingen in rekening brengen. Het stadsdeel realiseert zich dat de vergunningverlening niet minder rechten mag opleveren voor de bewoners. Gezien de toezegging van het stadsdeel dat er geen vergunningen voor bepaalde tijd zullen worden verleend (de vergunning is voor onbepaalde tijd), geeft de ombudsman het stadsdeel ter advisering deze lijn te intensiveren en wat betreft de vergunningverlening een actievere rol op zich te nemen om aan de belangen van de burger tegemoet te komen. Uit de conclusie blijkt dat de klacht van het WBK terecht was.
Het WBK heeft per e-mail een gesprek met de wethouder van Ruimtelijke Ontwikkeling aangevraagd om de conclusie te bespreken en de betrokken bewoners (voor hen die nog geen vergunning hebben) op korte termijn een vergunning voor onbepaalde tijd te verstrekken zonder enige toevoegingen (zie voor de conclusie van de Ombudsman verder in de krant).
Ter informatie: de aangewezen ligplaatsen zijn als volgt; de westelijke oever van het Tolhuiskanaal langs de Grasweg, het Dode Gat aan de zijde van de Buiksloterweg, langs de Klaprozenkade, van het ontmoetingspunt van Zijkanaal I en het Papaverkanaal tot aan de brug van de Klaprozenweg over het Zijkanaal I, langs de Buiksloterdijk van de elektriciteitspaal 23c (nu nr. 429) tot nabij het gemaal Kadoelen.