Het Ombudsmanrapport

In de huis-aan-huis bladen heeft het stadsdeel mooi weer gespeeld met de conclusies van een Ombudsman rapport op de klachten over het stadsdeel zoals we die in januari hebben ingediend. De portefeuillehouder laat weten dat de Ombudsman zijn beleid goedkeurt. Alleen als je het rapport niet gelezen hebt, kan je dat volhouden. Wij hadden 3 klachten:

1.    Dat het stadsdeel al jaren verhindert dat scheepsbewoners zich inschrijven in het bevolkingsregister wordt door de Ombudsman wel degelijk onzorgvuldig genoemd. Hierdoor kunnen vele scheepsbewoners nooit meer aangeven sinds wanneer zij werkelijk op hun schip wonen, enkelen zijn zo al stateloos geworden. Het stadsdeel moet mensen wel degelijk inschrijven op hun woonadres.

2.    Wat betreft de schepen die in 1997 werden toegevoegd aan Noord maakt de ombudsman een ingewikkelde draai. De ombudsman gaat er namelijk vanuit dat het stadsdeel hoognodige nutsvoorzieningen aanbiedt voor deze categorie schepen, en daar een vergoeding voor vraagt. Dat noemt de ombudsman ‘niet onzorgvuldig’.
Hier maakt de ombudsman een vergissing: alle noodzakelijke nutsvoorzieningen zijn al jaren geleden door de scheepsbewoners zelf gerealiseerd en ook zelf bekostigd. Immers, niet de schepen zijn verhuisd, die zijn steeds blijven liggen waar ze waren. De grens tussen de stadsdelen is in 1997 anders ingedeeld.
En er zijn helemaal geen extra voorzieningen nodig. Het totaal aantal woonschepen op het Buiten IJ aan de noordoever is sinds 1991 zelfs sterk afgenomen: van de toentertijd getelde 113 woonschepen zijn er met ambtelijke onwil en uitsterfbeleid intussen zo’n 20 verdwenen.

Onze klacht draaide om de in 1985 vastgelegde en nu door het stadsdeel miskende gedoog-status. Niet om nuts- of aanlegvoorzieningen. Alleen de portefeuillehouder maakt daar een punt van om daarmee een privaatrechtelijke betaling voor een ligplaatsvergunning -bovenop de leges- af te dwingen. En dit plan wordt pertinent niet goedgekeurd door de Ombudsman.

3.    De Ombudsman veronderstelt dat bizarre extra eisen die in sommige ligplaats-vergunningen worden gesteld, het resultaat zijn van vrije onderhandelingen tussen ambtenaren en aanvragers. De praktijk is anders: de vergunningvrager is geheel en al afhankelijk van de monopolistische welwillendheid van de betrokken ambtenaren. Een procedurele klacht indienen over zo’n praktijk heeft geen zin, want de uitvoerende ambtenaren zullen toch altijd ontkennen. En dan kan de Ombudsman er niets mee.

Alles bij elkaar is het dus zwaar overdreven om het Ombudsmanrapport op te vatten als een onvoorwaardelijke goedkeuring van het beleid van het stadsdeel ten aanzien van de woonschepen op het Buiten IJ.
Los van al deze argumenten, kan een Ombudsmanrapport voor een overheid hoe dan ook nooit een vrijbrief zijn om een gewrongen beleid goed te praten. Immers, de kwalificatie ‘niet onbehoorlijk’ is nog steeds geen ‘fatsoenlijk bestuur naar evenredigheid’. En wat kwaliteit van bestuur betreft, is een ombudsman of rechter niet aangesteld om proefballonnen te beoordelen.

De portefeuillehouder heeft inmiddels Maarten Voster -de trekker van ‘Wonen op het Water’- als nieuwe projectleider aangesteld om een opening te zoeken in de ontstane warboel op het Buiten IJ. Verder is de commissie Ruimtelijke Ordening van de deelraad een nieuwe nota toegezegd ten aanzien van de woonschepen. Theo van Gorsel, de ambtenaar die afgelopen jaren veel scheeps- en woonbootbewoners in Noord het leven zuur heeft gemaakt, is in oktober definitief vertrokken.