Bestemmingsplan Schellingwoude
Het voorontwerp bestemmingsplan Schellingwoude ligt vanaf 18 november 8 weken ter inzage op het stadsdeelkantoor. Het geheel is wat lijvig uitgevallen, de toelichting beslaat wel 70 pagina’s. De beleidsstukken die voor de woonschepen van belang zijn, zijn allemaal opgenomen zoals die tot nu toe door de deelraad zijn aangenomen. De woonschepen aan de steigers vallen onder de paragraaf ‘water uit te werken’. Dat onderdeel wacht dus op nog te nemen besluiten, die net zo voor de woonschepen op Durgerdam zullen gelden. Op de kaarten is er aan de steigers nu nog maar één woonschip ingetekend.
Om als bewoners zo sterk mogelijk te staan is het van belang dat alle vergunde woonschepen straks in het definitieve bestemmingsplan zijn opgenomen. Dat is een recht. Opname in het bestemmingsplan beschermt woonschepen op het Buiten IJ tegen wegsturen ten behoeve van andere belangen. Op nieuwe cowboy plannen zoals die in 2003 zitten we niet te wachten.
Het definitief ontwerp bestemmingsplan is gepland voor mei 2010. Tegen die tijd kan ook duidelijk zijn hoeveel woonschepen in het plan voor zowel Durgerdam als dat voor Schellingwoude opgenomen moeten worden en op welke manier.
Iedereen die bedenkingen heeft en ook later nog recht van spreken wil hebben, moet voor half januari een zienswijze indienen.
Vergunning verlening
Iedereen heeft de afgelopen tijd een 1e uitnodiging, daarna zonodig een 2e en ook een laatste waarschuwing ontvangen om een ligplaatsvergunning voor z’n woonschip aan te vragen bij BBA, als uitvoerder van het stadsdeel. De laatste keer met bezoek aan boord. Bijna iedereen heeft nu de vergunningaanvraag in orde gemaakt. Een stuk of 12 waren begin december nog in behandeling. Meestal omdat niet alle gevraagde gegevens zijn aangeleverd. Mevrouw Belghazi is bij BBA de contact persoon geworden.
Feitelijk niet bewoonde schepen krijgen geen vergunning als woonschip van het stadsdeel. Ook niet als er wel een ontheffing van Rijkswaterstaat en huurcontract van Domeinen is.
Uitvoering welstand
Waarschijnlijk vier schepen voldoen op meerdere punten niet aan de welstandseisen. Zij vallen onder de excessen regeling. Het gaat dan om extreme verwaarlozing en zo uitgebreide opslag aan dek dat zicht op het schip verdwenen is. Tesamen voldoende reden om geen ligplaatsvergunning te verlenen. De betrokken bewoners zijn daarvan op de hoogte gesteld. Als zij het erop aan laten komen, krijgen zij in 2010 een definitieve afwijzing.
Handhaving
Binnenkort neemt het dagelijks bestuur een besluit over hoe de handhaving ingekleed gaat worden voor alle niet vergunde schepen op het Buiten IJ.
Er wordt een termijn gesteld waarbinnen voor het schip een andere ligplaats moet worden gevonden. Uiteindelijk wordt bestuursdwang toegepast om niet bewoonde schepen te verwijderen. Na alle door de deelraad aangenomen regelingen heeft het wat dit betreft weinig zin meer om een rechtszaak aan te spannen.
Ook onbewoonde schepen langer dan 12 meter moeten een vergunning van het stadsdeel hebben om op het Buiten IJ te mogen liggen. Tussen sluis en brug zijn geen schepen langer dan 12 meter toegestaan.
Het ruimteprobleem in Schellingwoude is veroorzaakt doordat destijds door walbewoners meer zicht op het water is verlangd. Daarnaast handhaaft Rijkswaterstaat hoe dan ook de claim om 110 meter schepen te kunnen afmeren op steigers 3 en 4. Zelfs als er een nieuwe afmeerfaciliteit voor 135 meter en langer aan de Zeeburgkant komt, blijft Rijkswaterstaat daar bij. Aan de andere kant ontwikkelt Rijkswaterstaat ook geen herinrichtingplan. En er is ook geen geld voor gereserveerd. Voor woonschepen bestaat er daarmee voorlopig geen noodzaak te verkassen.
Nog in 2009 wordt besloten over te groot geachte steigers en drijvende toestanden naast het woonschip. De eigenaars waar het om gaat zijn al op de hoogte van de gewenste -kleinere-
afmetingen en hoe daar aan is te voldoen. Het is in deze gevallen handig om tot een deal met het stadsdeel te komen. Het stadsdeel gaat de vergunning namelijk koppelen aan de vergunning voor het woonschip. Voorzover het niet al te bezwaarlijk is, kan het beding gemaakt worden dat aanpassing pas bij verkoop of vervanging van het woonschip hoeft plaats te vinden.
Ontheffing RWS
Binnen Rijkswaterstaat wordt hier en daar verondersteld dat er een uitsterfbeleid gevoerd moet worden op woonschepen aan de hoofdvaarwegen. Dus ook op het Buiten IJ. Dat gebeurt onder andere aan de hand van een pas ontdekte centrale richtlijn uit 2005 en een interpretatie van de ‘nota basisnet water’ van januari 2008 die de risico’s van rampen op het water inventariseert. De consequentie is dat Rijkswaterstaat directie Noord Holland dit jaar vanaf april bij verkoop van een woonschip ineens geen overdraagbare ontheffing meer afgaf op het ligplaatsverbod op het Buiten IJ. Helemaal in tegenspraak met het eerdere streven van Rijkswaterstaat Noord Holland om nu na 50 jaar de ligplaatssituatie voor woonschepen op het Buiten IJ eindelijk eens fatsoenlijk te regelen. Bij de interne reorganisaties is het dossier waarschijnlijk bij een nog in te werken ambtenaar terechtgekomen.
Het stadsdeel liet weten onaangenaam te zijn getroffen omdat zo alle resultaten van de afgelopen zeven jaar naar de knoppen wordt geholpen. Vervolgens heeft Rijkswaterstaat Noord Holland de uitsterf interpretatie voorlopig weer ingeslikt, in afwachting van nadere Haagse oekazes.