Stadsdeel Amsterdam Noord
brief aan woonarkeigenaren 2014 week 26
Het hoogste rechtscollege in Nederland, de Raad van State, heeft 16 april j.l. een uitspraak gedaan die directe gevolgen heeft voor uw lopende aanvraag voor een vergunning voor een woonboot. In deze brief informeren wij u wat dit betekent voor uw aanvraag en welke stappen de gemeente zet om de rechtsgevolgen te beperken.
Consequenties uitspraak Raad van State
De Raad van State heeft uitgesproken dat woonboten die bedoeld zijn om ter plaatse als woning te functioneren als (drijvend) bouwwerk dienen te worden aangemerkt. Dit betekent dat voor uw (drijvende) woning – net als woningen op de wal – een omgevingsvergunning (voorheen bouwvergunning) nodig is. Voor de meeste bestaande woonboten geldt echter dat zij niet (kunnen) voldoen aan de landelijk geldende bouwregels, waardoor de gemeente (het bevoegd gezag) u geen “normale” omgevingsvergunning kan verstrekken.
Aanpassing landelijke regelgeving en gedoogbesluit
Het gemeentebestuur van Amsterdam beseft dat de uitspraak van de Raad van State en de noodzakelijke aanpassing van wet- en regelgeving voor u en andere woonbooteigenaren en -bewoners onzekerheid met zich meebrengt. Zij is van mening dat de huidige landelijke regelgeving te weinig rekening houdt met het specifieke karakter van woonboten of “drijvende bouwwerken”.
De wethouder Ruimtelijke Ordening en Water – Maarten van Poelgeest – heeft de betrokken ministers van Wonen en Binnenlandse Zaken daarom gevraagd haast te maken met de aanpassing van de wet- en regelgeving.
Om de onduidelijkheid voor u als woonbootbewoner verder te beperken, heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam besloten om, vooruitlopend op aanpassing van de rijksregelgeving, bestaande woonboten met een ligplaatsvergunning te gaan gedogen. Om dit gedogen mogelijk te maken zal het college van B&W in de tweede helft van juni een kader vaststellen. Wij vragen u om uw begrip voor de vertraging die dit met zich meebrengt.
Commentaar
Door deze uitspraak lijken woonboten in het vervolg te moeten voldoen aan het Bouwbesluit. Dit betekent in de praktijk dat bij iedere verbouwing in of aan een woonboot een zogenoemde omgevingsvergunning zou moeten worden aangevraagd. Daarmee vervalt de uitzonderingspositie die woonboten tot dusver hebben ten opzichte van huizen.
Binnen de gemeenten Amsterdam met ruim 2500 woonboten en Groningen met zo’n 500 woonboten komt deze uitspraak hard aan. Amsterdam drong al in een brief bij Stef Blok -de minister voor wonen- aan op een regeling om de bestaande status van woonboten te continueren. In de Tweede Kamer zijn ook vragen gesteld. Maar dat draait uit op een langjarige procedure. De regeling die B&W zelf vóór 1 juli in het vooruitzicht stelt is voor bootbewoners op de korte termijn meer bepalend.
Toevallig hebben onder andere de Amsterdamse bootjesadvocaten Cor Goudriaan, Woelinga, Tonen en Tijs Vermaat in het aprilnummer van Praktijk Omgevingsrecht de argumenten aangedragen waarom woonboten buiten het Bouwbesluit vallen.
Met de uitspraak van de Raad van State is dus nog lang niet het laatste woord gezegd.
Aanleiding
Daartoe uitgelokt door een walbewoner in Amsterdam, vindt de Raad van State dat een tjalk die al vanaf 1954 op die plek ligt, eigenlijk als onroerend goed moet worden beoordeeld. In het Bouwbesluit is gesteld dat een woonboot geen bouwwerk is in de zin van de Woningwet. Deze uitzondering in een toelichting wordt door de Raad van State niet erkend als onderdeel van het besluit. De wijze van afmeren, het gebruik van de boot als woning en het niet zelfstandig kunnen varen, zou onderstrepen dat de woonboot toch onder de Woningwet valt.
Als overreactie hierop gingen er vreemd genoeg pas weken later stemmen op dat alle woonboten “dus” illegaal zouden zijn. In het verlengde daarvan ook de weifeling bij het stadsdeel Noord.
Dit is op zich een heel bizarre situatie. Want, met intrekking van de Wet op Woonwagens en Woonboten in 1991 en de deregulering zijn destijds voorschriften voor woonboten vervallen. Om nu van de ene op andere dag zo’n 9.000 tot 10.000 woonschepen in Nederland alsnog illegaal te verklaren en de woning van evenveel huishoudens af te keuren, dat is nog eens een onbetrouwbare overheid.
De meeste ingebouwde historische woonschepen zullen nooit kunnen voldoen aan het Bouwbesluit. De nieuwere grote arken doen dat vaak al wel. Alles daartussen voldoet in wisselende mate. De ligplaatsvergunning in Amsterdam Noord die al zijn uitgegeven, gelden voor onbepaalde tijd, daar hoeft geen nieuwe aanvraag voor te komen. Vervelend is dat voor wie zijn woonboot nu snel wil verkopen de uitspraak van de Raad van State onzekerheid schept over de waarde van de woonboot.
Dat in de brief van het stadsdeel wordt gesproken over het willen gedogen van de schepen met een ligplaatsvergunning is wel weer de omgekeerde wereld. Als er al fouten zijn gemaakt, dan is dat bij de overheid, niet door de bootbewoners.


