Enkele bootbewoners hebben dit jaar bij Rijkswaterstaat laten weten dat zij een andere steigerindeling voorstellen voor de 60 woonschepen tussen sluis en brug. Dit is door Rijkswaterstaat dankbaar omarmd, omdat zoals bekend is, deze instantie van iedere bemoeienis met woonschepen af wil. Het streven is de huidige steigers van woonboten vrij te maken en uitsluitend voor de beroepsvaart te reserveren.
Uit de mailtjes die de initiatiefnemers pas achteraf hebben verstuurd naar hun buren, blijkt dat ze vinden dat bewoners best zelf de financiering kunnen verzorgen voor deze verandering van hun ligplaats.
Onbegrijpelijk, want deze initiatiefnemers woonden er al toen we precies zulke plannen van het stadsdeel moesten tegenhouden. Na moeizame en onplezierige onderhandelingen van 2003 tot in 2009 zijn destijds de opgelegde aanlegovereenkomsten met gedwongen verhuizing à € 23.000 tot € 143.000 afgeschoten.
Als resultaat hebben toen alle woonschepen op het Buiten IJ een ontheffing van het ligplaatsverbod van Rijkswaterstaat gekregen en een ligplaatsvergunning van het stadsdeel. Zoals het al veel eerder had moeten gebeuren.
Een groot aantal bootbewoners vindt het onacceptabel dat over hun hoofd heen plannen worden gesmeed met als gevolg dat ze moeten verhuizen. Ze willen helemaal niet verhuizen en zullen daar ook nooit medewerking aan verlenen.
Velen kunnen het geld niet opbrengen om verandering van steigers zelf te gaan betalen. Nog meer hebben dat er ook niet voor over. De suggestie dat ze daar dan maar fondsen voor moeten werven is een kwalijke grofheid.
Niet weinig buren vinden het onverantwoord dat er zulke plannen naar buiten zijn gebracht die hun belangen schaden. Want, zodra je in gesprek gaat met overheden of een van haar instanties, trek je een doos van Pandora open.
Op dat moment gaat het niet meer om het vrolijk spuien van geheel vrijblijvende ideetjes. Het is een egotrip geworden waarmee je de belangen van alle betrokken bootbewoners om je heen in de waagschaal stelt.
Zeker als je dan bovendien niet goed tevoren op de hoogte stelt van binnen welke bestuurlijke context en de interne tegenstellingen daarbinnen je gaat opereren. Noch wat daarbij te winnen valt in het belang van alle betrokken bootbewoners. Je gaat dan veel te naïef een avontuur tegemoet met onzekere gevolgen.
Want het is een zware onderschatting van de regelzucht, vooroordelen zoals die heersen en de voor bootbewoners strijdige belangen van overheidsinstanties.
Fantasieën zijn altijd mooi, maar bij het naar buiten brengen ligt de grens waar dit ten koste gaat van anderen. Binnen de kortste keren word je door overheidsinstanties gemangeld, door buren onderuit gehaald. Met, als het dan toch fout gaat, voor iedereen konsekwenties die niemand van de bootbewoners ooit gewild heeft.
Duidelijk is dat de onbezonnen voorstellen onvoldoende draagvlak hebben onder de direct betrokken bewoners, maar dat we nu maar moeten afwachten hoe Rijkswaterstaat omgaat met deze dromerijen.